Voor de meeste huisdierbezitters betekent het hebben van twee honden dubbel zoveel plezier. Maar wanneer deze puppy’s uit hetzelfde nestje komen, kunnen ze het littermate syndrome ontwikkelen en daarmee een reeks gedragsproblemen. Lees gauw verder en ontdek wat het littermate syndrome bij honden inhoudt, hoe je ermee kunt omgaan en hoe je een nieuwe hond in je huis kunt verwelkomen.

Wat is het littermate syndrome en bestaat het echt?

Het littermate syndrome kan zich voordoen wanneer twee puppy’s die uit hetzelfde nestje komen samen in hetzelfde huishouden opgroeien. Soms is de band tussen deze pups zo hecht dat ze zelfvoorzienend zijn en niet of nauwelijks met mensen en andere honden kunnen opschieten. Wanneer deze twee pups zelfs maar voor een korte tijd van elkaar worden gescheiden, kunnen ze janken, destructief gedrag vertonen, onophoudelijk blaffen of extreme angst vertonen in nieuwe situaties.

Het tegelijkertijd opvoeden van twee puppy’s van dezelfde leeftijd (uit hetzelfde nest of uit verschillende nesten) verhoogt het risico op het ontwikkelen van de gedragsproblemen die horen bij het littermate syndrome. De meeste deskundigen zijn het erover eens dat hondenbaasjes het littermate syndrome kunnen voorkomen door eerst één puppy te nemen en vervolgens een jaar of twee te wachten voor ze een tweede puppy aan het gezin introduceren.

Het littermate syndrome is geen medische diagnose, maar de meeste ervaren hondenbezitters en dierenartsen kunnen bevestigen dat het wel degelijk bestaat.

Een van de vervelendste aspecten van het littermate syndrome is dat je pups zich niet aan je hechten. En dat terwijl die speciale band met je hond juist de reden is waarom je een huisdier wilt nemen!

Op welke leeftijd ontwikkelt een pup het littermate syndrome?

Gewoonlijk worden puppy’s van hun moeder gescheiden wanneer ze ongeveer acht tot twaalf weken oud zijn. Op dit punt is een pup klaar om zijn reis te beginnen om een zelfzekere hond te worden.

Als pups vanaf de leeftijd van twaalf weken samen worden opgevoed, kunnen ze zich zo sterk aan elkaar hechten dat ze alleen houvast vinden bij elkaar. Dit leidt tot gebrekkige socialisatie, waardoor pups angstproblemen krijgen wanneer ze uit elkaar worden gehaald.

Komt het littermate syndrome vaak voor?

Omdat er nog geen goed wetenschappelijk onderzoek naar het littermate syndrome is geweest, zijn er nog geen gegevens waaruit blijkt hoe vaak dit gedrag voorkomt. Het tegelijkertijd opvoeden van twee nestgenootjes betekent niet dat ze het littermate syndrome zullen ontwikkelen, maar het vergroot de kans op gebrekkige socialisatie. Als je twee pups tegelijkertijd wilt opvoeden, is het mogelijk om het littermate syndrome te voorkomen door veel werk erin te steken en beide honden apart te socialiseren en trainen.

twee zwart-witte husky's die met elkaar spelen voor een bakstenen muur

Wat zijn de meest voorkomende symptomen van het littermate syndrome?

Wanneer twee puppy’s ouder dan drie maanden tegelijk worden opgevoed, kunnen ze erg afhankelijk van elkaar worden. Door de intense band tussen de pups hebben ze alleen nog oog voor elkaar en kunnen ze niet meer functioneren wanneer ze uit elkaar worden gehaald. Ook kunnen ze niet goed opschieten met andere honden of mensen.

Dit zijn enkele veelvoorkomende symptomen van het littermate syndrome:

Extreme wederzijdse afhankelijkheid

Wanneer twee puppy’s het littermate syndrome hebben, zijn ze zo afhankelijk van elkaar dat ze alles vermijden wat buiten hun comfortzone ligt, zoals een nieuwe activiteit, persoon, hond of locatie.

Verlatingsangst

Deze extreme afhankelijkheid kan leiden tot verlatingsangst. Wanneer de pups uit elkaar gehaald worden, kunnen ze zich erg overweldigd voelen en compleet door het lint gaan. Zelfs als je de honden alleen apart aangelijnd uitlaat, kan dit er al voor zorgen dat ze zich angstig voelen.

Gebrekkige sociale vaardigheden

Dat de pups goed met elkaar overweg kunnen, wil niet zeggen dat ze goed met anderen kunnen opschieten. Als de pups vanaf de leeftijd van drie maanden uitsluitend tegelijk zijn opgevoed, krijgen ze niet de kans om met andere honden en mensen te socialiseren.

Ook kan de ene puppy dominanter zijn dan de andere, wat kan leiden tot agressief gedrag.

Angst

Wanneer twee pups wederzijds van elkaar afhankelijk zijn, kunnen ze zo sterk op elkaar gericht zijn dat ze geen interactie hebben met de mensen en dieren om hen heen. Alles wat nieuw en onbekend is, zullen ze beangstigend vinden. Hierdoor blijven ze het liefst bij elkaar in hun comfortzone.

Trainingsproblemen

Het is belangrijk je pup te trainen om goed gedrag aan te leren en je band met hem te versterken. Deze training zou al moeten beginnen als hij acht weken oud is, of zodra je je pup voor het eerst mee naar huis neemt.

Het is al uitdagend genoeg om één puppy te trainen. Wanneer je twee pups moet trainen met het littermate syndrome is dat nog vele malen lastiger. Omdat de honden alleen op elkaar kunnen focussen, zijn ze moeilijk bij de les te houden.

Agressie naar de broer of zus

Hoewel dit niet altijd het geval hoeft zijn, kan agressie ontstaan ​​wanneer de ene puppy dominanter is dan de andere. Het pesten door het dominante nestgenootje kan intenser worden naarmate de honden ouder worden.

puppy's die door het gras rennen

Welke gedragsproblemen horen bij het littermate syndrome?

Het gedrag dat verband houdt met het littermate syndrome kan bij elke hond voorkomen. Het is niet altijd mogelijk om de oorzaak van angst, agressie of destructief gedrag bij een hond te achterhalen, zelfs als hij is opgevoed met een nestgenoot.

Deskundigen raden aan om elke hond als een individu te zien en zijn het eens dat er maatwerk nodig is om de gedragsproblemen aan te pakken. Niet alle symptomen die horen bij het littermate syndrome zijn eraan te wijten. Het is goed mogelijk dat er ook andere oorzaken voor hun angst of agressie. Iedere situatie is uniek, net als iedere hond.

Gaat het littermate syndrome vanzelf over?

Het korte antwoord is nee. De symptomen die horen bij het littermate syndrome verdwijnen niet vanzelf. Maar de gedragsproblemen die ontstaan ​​doordat twee nestgenootjes samen worden opgevoed, kunnen worden aangepakt. Het kan veel tijd en inspanning kosten om je honden sociale vaardigheden en goed gedrag aan te leren.

Heb je al een paar nestgenoten in huis gehaald?

Dat je twee pups uit hetzelfde nest tegelijkertijd opvoedt, betekent niet dat ze het littermate syndrome zullen ontwikkelen. Als je al twee honden hebt geadopteerd, zou je allereerst elke pup moeten helpen zich op zijn of haar gemak te voelen zonder de broer of zus. Dit houdt in dat je de pups apart moet trainen, apart in een bench moet zetten en apart moet uitlaten. Dit kost veel tijd, maar zo zorg je er wel voor dat elke pup een zelfzekere hond wordt en dat jullie een sterke band krijgen.

Moet je een van de pups herplaatsen?

Soms kan de agressie die voortkomt uit het littermate syndrome leiden tot onveilige situaties, vooral voor de minder dominante puppy. De twee nestgenoten kunnen ook een roedelmentaliteit ontwikkelen. Ze vormen als het ware een team en vertonen agressief gedrag tegenover andere honden of mensen.

Als je huisdieren agressief zijn, is dat voor niemand leuk. Pak agressief gedrag aan zodra het zich voordoet. Je dierenarts of een professionele hondentrainer kan hierbij helpen.

Als je alles al hebt geprobeerd en niets helpt, is het misschien tijd om te overwegen een van je pups te herplaatsen. Zo krijgen de honden de kans om in een veilige en rustige omgeving te leven.

Helpt het om een derde hond te nemen?

Volgens sommigen kan het nemen van een derde hond die wat ouder is het littermate syndrome helpen voorkomen. In theorie hechten de nestgenootjes zich zowel aan de oudere hond als aan elkaar, waardoor ze beter zullen socialiseren. Hier is alleen anekdotisch bewijs voor. Uiteraard is elke situatie uniek.

Het littermate syndrome verhelpen

Je pups helpen over de gedragsproblemen heen te komen die horen bij het littermate syndrome is geen eenvoudige opgave. Als je wilt dat je pups zelfzekere honden worden en zich gedragen wanneer ze niet bij elkaar zijn, is het de moeite waard om je tijd en energie hierin te investeren.

Verlatingsangst aanpakken

De eerste stap bij het verhelpen van het littermate syndrome is om de puppy’s te laten wennen om van elkaar gescheiden te zijn. Zonder deze belangrijke stap kun je niet elke pup individueel helpen zonder dat een of beide honden door het lint gaan.

Je pups hebben tijd nodig om te leren alleen te zijn. Het heeft geen zin om ze allebei in een andere kamer op te sluiten. Zo wordt de verlatingsangst alleen maar erger.

  1. Schaf eerst twee benches met de juiste afmetingen aan. Plaats elke puppy in een eigen bench, maar houd de benches zo naast elkaar dat de pups elkaar kunnen zien, ruiken, horen en aanraken.
  2. Zet de benches elke week wat verder uit elkaar. Zorg ervoor dat de pups elkaar nog kunnen zien. Uiteindelijk moeten de puppy’s kalm kunnen blijven terwijl ze elk aan de andere kant van de kamer zitten.
  3. Wanneer de puppy’s een half uur tot een uur kalm kunnen blijven in hun eigen bench, probeer ze dan uit elkaars zicht te verplaatsen. Je kunt ze in dezelfde kamer laten, maar zet een doos of stoel ertussen zodat ze elkaar niet kunnen zien.

Als ze erg angstig worden, constant janken of blaffen, ga dan een paar stappen terug in het proces.

Het is belangrijk om elke pup verrijking te bieden terwijl ze van elkaar gescheiden zijn. Geef ze een lekkere hondensnack of hun favoriete speeltje. Dankzij de positieve associatie leren de pups dat het helemaal niet zo erg is om uit elkaar gehaald te worden.

vrouw in groene trui met kleine bruine hond en benches op de achtergrond

Train de pups apart

Wanneer de honden het prima vinden om van elkaar gescheiden te zijn, kun je ze apart trainen. Om je hond te kunnen trainen, moet je zijn aandacht hebben. Als het nestgenootje zich in dezelfde kamer bevindt, kan dit te afleidend zijn en de trainingssessie verstoren.

Gehoorzaamheidstraining kost veel tijd. Houd er rekening mee dat het enkele maanden of zelfs jaren kan duren. Toch is het de moeite waard. Door je ​​honden te trainen, help je ze om hun zelfvertrouwen te vergroten en onafhankelijk van elkaar te worden. Tegelijkertijd krijg je de kans om een goede relatie met elke pup op te bouwen.

Moedig onafhankelijk gedrag aan

Wanneer de pups alleen kunnen zijn en de basisprincipes van hondentraining onder de knie hebben, kun je hun onafhankelijkheid versterken door elke pup als een individuele hond te behandelen in plaats van als een geheel. Je kunt ze apart voeren, apart uitlaten, apart naar de dierenarts brengen en aparte speelsessies houden.

Breng ze weer bij elkaar

Tijdens dit proces mogen je honden elkaar natuurlijk zien en samen tijd doorbrengen. Maar overweeg pas om ze mee te nemen naar het park of ze tegelijkertijd te trainen wanneer ze rustig en gelukkig zijn zonder elkaar.

Voorkom het littermate syndrome door één puppy tegelijk te nemen

Je leven is al druk genoeg zonder dat je twee puppy’s hoeft te helpen bij het verhelpen van een reeks gedragsproblemen. In plaats van twee puppy’s tegelijk in huis te halen, kun je eerst één pup nemen en een paar jaar later er nog een bij nemen. Zo kun je je beter focussen op het opvoeden van de honden en het opbouwen van een hechte band met elke pup.